Ik neem het niemand kwalijk die als het gaat over programma's denkt aan trappen waar mooie mensen afkomen en elkaar eeuwige liefde beloven, of andere aansprekende televisie formats. Echter, programma's in de context van (mijn) werk gaan over manieren van samenwerken om zo oplossingen te vinden voor complexe problemen cq handen en voeten te geven aan een strategisch doel.
In 2017 ging ik van start binnen een functie als programmamanager. Mijn toenmalige baas kwam uit de wereld van gemeenten en was bekend met deze functie. De rol van programmamanager gaf de mogelijkheid om vanuit samenhang te bouwen richting een toekomstbeeld dat een jaar eerder door de organisatie op papier was gezet. Na 2 jaar hard werken, met als afsluiter het afronden van een studie strategisch programmamanagement, had ik een beeld van aan de ene kant de werkelijkheid en aan de andere kant de theorie. Door de studie werd het mogelijk (nog) beter te structureren, woorden te geven aan de ervaring en de beschikbare tools (aangereikt vanuit de theorie) in te zetten. Na twee jaar is het programma naar tevredenheid van de stakeholders afgerond.
Een programma biedt houvast in de samenwerking. Zoals met vrijwel elke andere werkvorm is het geen doel op zich, maar biedt het de structuur om een vooraf geformuleerd doel na te streven. De organisatie heeft een link met de organisatie, maar wordt daar vaak buiten georganiseerd. In plaats van een duidelijke opdracht, werk je aan een breder doel.
Toen ik klaar was met mijn studie verzuchte ik tegen vrienden dat ik na al die jaren eindelijk iets had gevonden wat ik tot mijn pensioen wilde doen.
Het sluit aan bij mijn kernkwaliteiten
Is breed genoeg om interessant te blijven
Is een werkvorm die voldoende aanknopingspunten biedt voor werken anno nu